De schipbreukeling

Een man spoelt als schipbreukeling aan op een onbewoond eiland, samen met de enige twee andere overlevenden, een varken en een hond.
Na een paar weken begint zijn libido te stijgen, maar hij kan er nergens mee naar toe.

Dan begint het hem op te vallen dat het varken er toch aardiger uitziet dan hij eerst dacht. Dus besluit hij met het beest aan te pappen.

Maar iedere keer dat hij probeert het varken te benaderen, springt de hond hevig bIaffend uit het struikgewas op hem af en rent het varken weg.

De man breekt zich het hoofd over manieren om bij het varken te geraken zonder dat de hond tussen komt. Ieder afleidingsmanoeuvre dat hij bedenkt mislukt echter.

Op een zwoele avond komt er een werkelijk prachtige vrouw naar het strand waden. Ze is oogverblindend. Ze is één meter vijfenzeventig, blond, en schitterend gebouwd. En ze heeft geen draad aan haar lijf.

Met een brede glimlach zegt ze tegen hem: ‘Kan ik soms iets voor je doen?’
Waarop de man, opgelucht: “Zeker. Zou je die hond een paar minuutjes in bedwang kunnen houden?”