Aanranding

Een echtpaar gaat op vakantie in een vissersparadijs. De man gaat graag vissen bij het krieken van de dag. De vrouw houdt van lezen.

Op een morgen komt de man na enkele uren vissen thuis en besluit om een dutje te doen.

Nu de boot vrij is gaat de vrouw ermee weg. Ze vaart een eindje op het meer, werpt het anker uit en begint te lezen.

Als ze daar een halfuurtje zit komt een opzichter aan. Hij vaart tot naast de boot en zegt: "Goedemorgen mevrouw. Wat doet u?"
"Ik ben aan het lezen, zoals u ziet," antwoordt ze.
"U bent in een bewaakt visserijgebied," zegt hij.
"Dat kan best meneer, maar ik ben niet aan het vissen, ik ben aan het lezen."

"Dat klopt, mevrouw, maar u heeft alle apparatuur aan boord. Voor zover ik kan oordelen kan u op ieder moment beginnen vissen. Ik moet u dus een boete geven."
"Als u dat doet, zal ik genoodzaakt zijn u van aanranding te beschuldigen," zegt de vrouw.
"Maar ik heb u niet eens aangeraakt," antwoordt de opzichter verontwaardigd.

"Dat is waar, maar u beschikt over alle nodige apparatuur. Voor zover ik weet kunt u op elk moment beginnen."