Twaalf flessen whisky

Er stonden twaalf flessen whisky in de kelder en mijn vrouw zei mij de inhoud van iedere fles in de gootsteen te gieten.

Ik antwoordde dat ik mij van deze onplezierige taak wilde kwijten.

Ik trok de kruk uit de eerste fles en goot de inhoud in de gootsteen met uitzondering van het laatste glas dat ik opdronk.

Ik trok de kurk van de tweede fles en deed hetzelfde met uitzondering van één glas dat ik opdronk.

Ik ontkurkte de derde fles en goot het oude nat weg, met uitzondering van één glas dat ik uitdronk.

Ik wriemelde de kurk van de vierde goosteen en goot de flessen in de glazen die ik uitdronk.

Ik trok de fles van de kurk van de volgende, dronk de gootsteen leeg en gooide de rest in het glas dat ik uitdronk.

Ik trok de gootsteen uit het volgende glas en schonk de kurk in de fles.

Ik trok de volgende kurk uit mijn keel, schonk de gootsteen in het glas en dronk de fles.

Toen kurkte ik de gootsteen uit het glas, fleste de glazen en dronk de schonk. Daarna schoot ik de gootsteen in en goot de kurken in mijn keel.

Vervolgens keelde ik de dronk en schurkte de kurk in de goot.

Daarna schrukte ik de kurk en schroot de dronk.

Toen ik alles had leeggegoten, hield ik met één hand het huis vast en telde met de andere hand de glazen, gootstenen, flessen en kruken en ik kwam tot 29.

Om zeker te zijn telde ik ze nog een keer en ditmaal waren er 74.

Toen het huis weer voorbij kwam, heb ik ze opnieuw geteld en tenslotte heb ik alle huizen, kurken, flessen, glazen, gootstenen en goeters opgeteld met uitzonderling van één glas dat ik opdronk.